Iedere vrouw heeft wel één of meer ‘floppers’ in haar kast hangen. Kledingstukken die in een vlaag van verstandsverbijstering zijn gekocht en na één keer dragen in de kast blijven hangen.
Maar gezond verstand in combinatie met de kennis van de drie belangrijkste ingrediënten om er stijlvol uit te zien (je kleuren, je persoonlijke stijl en je proporties) kan je heel wat geld besparen en je toch een uitgekiende garderobe opleveren met veel ’toppers’.
Het ‘kosten per keer principe’ is heel eenvoudig, het betekent dat je de kosten van een kledingstuk deelt door het aantal keren dat je dat kledingstuk draagt. Een heel duur pak dat je zeven maanden van het jaar kunt dragen en dat twee dagen per week, kan uiteindelijk een ‘koopje’ zijn. Helemaal als je dat pak ook nog eens op verschillende manieren kunt combineren. Bijvoorbeeld als je het jasje van het pak op een recht rokje kunt dragen, maar in het weekend ook op een jeans met een eenvoudig shirtje eronder.
De truc is te werken met een paar items in verschillende kleuren, stijlen en stoffen die allemaal met elkaar combineren, zodat je er elke dag anders kunt uitzien. Zo kan een leren jasje, dat jou vijf jaar geleden een vermogen heeft gekost, uiteindelijk een ’topper’ worden. Houd altijd het ‘kosten per keer principe’ in je achterhoofd als je gaat winkelen.
