In een vorig bericht heb ik het over de textuur van stoffen gehad. Nu laat ik je zien wat bedoeld wordt met de structuur van een stof én de structuur van een kledingstuk. Wil je er op je best uitzien op je werk en in je vrije tijd dan is het belangrijk ook hier kennis van te nemen.
Structuur is hoe een stof of een kledingstuk is gemaakt
- De structuur van een stof is hoe de stof is geweven. Denk maar aan een keperstof, wafelstof, visgraatje en pied de poule. De structuur geeft de stof bepaalde eigenschappen en een verschillend uiterlijk. Een los geweven stof zul je eerder in recht vallende kleding tegenkomen dan in een jasje met een duidelijke taillering. Ook krijgt de stof door de manier waarop hij is geweven een oppervlaktestructuur*. Deze kan nauwelijks te zien zijn, zoals bijvoorbeeld bij een fijne keperstof. Een wafelstof, maar ook kant en jacquard hebben daarentegen een opvallende oppervlaktestructuur.
Wil je meer weten over de verschillende weefsels kijk op weefgetouwenmeta
- De structuur van een kledingstuk is de manier waarop het kledingstuk in elkaar steekt, hoe het is gemaakt. Een kledingstuk met veel structuur heeft een duidelijke vorm. Een voorbeeld van een kledingstuk met weinig structuur zijn de jassen die je deze winter veel ziet. De schouderlijn is rond en de jas hangt vanaf de schouders recht naar beneden. Er zit nauwelijks een ‘vorm’ in deze jassen.
De structuur van de stof heeft altijd invloed op de vorm van het kledingstuk. Een jasje in een los geweven bouclé zal nooit veel structuur kunnen hebben. Een dicht geweven stof, zoals een jacquard, vraagt om een model met een veel structuur.
De structuur van een kledingstuk doet veel voor je figuur en je uitstraling.
- Een taillering en een hoekige schouderlijn kunnen je taille slanker en je borsten kleiner laten lijken (Prinses Beatrix weet dit al lang).
- In kleding met veel structuur kom je ‘krachtig’ over, je straalt autoriteit uit. In kleding met weinig structuur kom je zachter en toegankelijker over. Afhankelijk van de context kies je voor veel of weinig structuur in je kleding.
- Heb je een robuuste bouw dan zijn stevige stoffen veelal geschikter dan fijne, terwijl een frêle bouw meestal om fijnere stoffen vraagt.
- Ben je een extravagant flamboyant type dan zullen kledingmodellen met veel structuur je aanspreken, terwijl de romantische vrouw eerder voor kledingmodellen met weinig structuur gaat.
- Stoffen met een oppervlaktestructuur doen het goed bij vrouwen die al wat meer rimpels hebben. Een huid met een werkje vraagt om een stof met een werkje.
Let op: Dit zijn slechts tips. Wil je weten in welke stoffen en modellen jij er op je best uitziet? Investeer dan in een stijladvies op afstand.
*De begrippen textuur en oppervlaktestructuur worden vaak door elkaar gehaald en dat is niet zo vreemd. Kant bijvoorbeeld krijgt een oppervlaktestructuur door de manier waarop het wordt geweven, door de keuze van de draad kan de kanten stof glanzend of mat zijn, hard of zacht aanvoelen (textuur). Zo noem je de ruit die ontstaat door met draden in verschillende kleuren te weven, de structuur van een stof, maar ook het dessin.
Judi Dench in een jasje met structuur en textuur