Ilonka mailt: Ik heb van mijn leidinggevende te horen gekregen dat mijn kleding niet past bij mijn functie. Ik zou er te casual uitzien. Ik ben 32 jaar en werk in het voorgezet onderwijs. Kun je mij vertellen wat ik dan wel naar mijn werk kan dragen?
Het vereist een zeker fingerspitzengefühl, maar er is één belangrijke regel: ‘Vrijetijdskleding, zoals sport- en feestkleding, is geen kleding voor naar je werk’. Daar bedoel ik mee dat jeans met gaten, ‘killerheels’, een rok die eindigt halverwege je dijen en een zeiljack van Gaastra geen ‘werkkleding’ is.
In jouw branche is casual of smart (verzorgd) casual de kledingcode, afhankelijk van de situatie. Ik kan mij voorstellen dat je in gesprekken met ouders eerder smart casual gekleed gaat dan bijvoorbeeld in je functie als begeleider op een schoolreis. Smart casual betekent dat je er professioneel uitziet, maar nog wel toegankelijk. Er is niet een duidelijk aan te geven grens tussen casual en smart casual. Het is een glijdende schaal, waar je een paar sleutelwoorden op los kunt laten:
- Kleur – hoe kleurrijker hoe meer casual
- De stof – grote dessins en veel textuur (denk aan harige stoffen en dikke breisels) hebben een meer casual uitstraling dan gladde stoffen of een klein dessin.
- Combinaties: hoe creatiever je bent in het combineren van je kleding hoe meer casual het wordt.
- De snit – losvallende kleding met weinig taillering (bijvoorbeeld een lang vest) heeft een meer casual uitstraling dan een getailleerd jasje met veel structuur.
- Accessoires – grappige en kleurrijke sieraden of kleine onopvallende, maken het verschil tussen zeer casual en smart casual (ook wel business casual genoemd). Ook schoenen horen hierbij: stoere booties zijn meer casual dan een eenvoudige laars met een kleine hak.